Only the lonely

Na een week in mijn eentje en daarna een week gezelschap van mijn lief ben ik vanaf vandaag weer alleen. Als twee sentimentele en snotterende tutten hebben we gisteren afscheid van elkaar genomen en heb ik haar op de metro richting JFK Airport gezet. Ook al wonen we een lange tijd samen, nu voelde het als tijdelijke visite die je pas over een jaar of tien weer gaat zien.

Natuurlijk is het niet zo bijzonder, alleen op reis naar een grote stad. Ik ben een van de vele duizenden, zo niet miljoenen die dat hebben gedaan of nog gaan doen. Dus ben ik vandaag in mijn eentje naar het geweldige en grote Metropolitan Museum of Art geweest. Vooral groot en nog meer dan dat, veel. Alsof alle kunst van de laatste paar eeuwen van over de hele wereld in één gebouw is gestopt. Ik heb geprobeerd mij te beperken tot schilderijen en sculpturen uit de 19de en 20ste eeuw en tot de Contemporary en Modern Art, van zowel Europese als Amerikaanse kunstenaars. Gauguin, Hopper, Monet, Van Gogh, Picasso, Lichtenstein, de Kooning, Moore, Giacometti, ‘you name it’. Ze hangen of staan er allemaal. In de ruim drie uur dat ik er rondliep viel ik van de ene verbazing in de andere. De doeken spatten werkelijk van de muren af en de beelden lijken ieder ogenblik uit hun eeuwige slaap te ontwaken, zo levendig staan ze erbij.

‘The MET’ ligt aan Fifth Avenue, aan de rand van het beroemde Central Park in ‘the Upper East’ van Manhattan. De chique wijk met portiers voor de grote en luxe appartementencomplexen en vijfsterrenhotels. De buurt ademt luxe en weelde uit. Op straat zie je opgedofte dames met geföhnd haar, in pakjes van Chanel en heren met gladgestreken haren en nog gladdere pakken. Fifth en Madison Avenue lopen als twee levensaders door de wijk, van belang voor de rijken der aarde vanwege de exclusieve juweliers, designer kledingwinkels, boetiekjes, brasserieën en haarsalons die zich aan deze lange lanen bevinden.

In plaats van de metro terug te nemen richting ‘downtown’, ben ik vanaf het museum via Madison Avenue naar East 42nd Street gaan lopen. Voor wie de stad kent, dat is ongeveer veertig blokken. Onderweg kom je van alles tegen. Een filmset waar ze een commercial aan het opnemen zijn, jongens en meisjes die snel kwebbelend in hun smartphone een drukke straat oversteken. Maar ook zwervers en daklozen die zittend en soms liggend op de grond, met een handgeschreven kartonnen bord vragen om hulp of geld. Voor eten of een plek om te slapen. Toeristen en inwoners lopen ogenschijnlijk onverschillig door en negeren de roep om hulp. Hoe meer ik ‘naar beneden’ loop, hoe meer de stad mij als vervreemdend overkomt. Het is spitsuur met tientallen ‘yellow cabs’, zwarte SUV’s, stadsbussen, vrachtwagens, een zeldzame fietser en grote, donkere sedans met chauffeurs. Die geduldig wachten totdat hun baas of bazin de laatste mode van Caroline Herrera, Chloë of Alexander McQueen heeft ingekocht. De gebouwen worden steeds hoger en groter. De weerspiegeling van de glazen torens, de eentonige blik van de meeste mensen en het constante lawaai geven het straatbeeld bijna een surrealistische aanblik.

Of het was mijn trek die maakte dat ik een beetje duizelig werd, of de massa van de dichtbebouwde straten, de vele mensen en het drukke verkeer. Ineens voelde ik me een beetje eenzaam. Nu zit ik een Deli & Salad Bar aan Madison Avenue dat gevoel van me af te schrijven, terwijl ik net een bakje voer van het een of ander naar binnen heb gewerkt. De radio speelt ‘All of Me’ van John Legend en ‘I have nothing’ van Whitney Houston, twee favoriete nummers. Het gaat gelukkig weer beter.

Ik vermaak me echt prima in mijn eentje. En als je dat wilt, zijn de meeste mensen hier altijd wel in voor een praatje. Natuurlijk was het ook heel gezellig dat ik samen met mijn lief nieuwe herinneringen aan New York heb kunnen maken. Maar nu is het ook goed. En in deze miljoenenstad zijn veel mensen in hun eentje onderweg. Ik kijk erg uit naar mijn laatste weekje hier want er is nog zoveel te doen en te zien. Maar soms komt het allemaal even op me af.

Als afleiding ga ik denk ik maar naar de film of een biertje pakken. In mijn eentje.

Klik hier voor de foto’s.

Kunst ligt op straat

New York, bakermat en inspiratiebron voor vele kunstenaars, creatievelingen, acteurs, muzikanten en wannabees. Andy Warhol, Bob Dylan, Lou Reed, Debbie Harry, Patti Smith, Notorious Big (†), Jay-Z, Anne Hathaway, Robert de Niro. Teveel om op te noemen. De laatste twee zie ik hier trouwens regelmatig voorbij komen op billboards vanwege een film die nu draait, The Intern. Maar dat even terzijde.

Als je naar kunst of een andere bron van expressie wilt kijken of luisteren dan is hier natuurlijk genoeg te doen. Beroemde en grote musea te over. Talloze galerieën en expositieruimtes in Chelsea of the Meatpacking District of gelegenheden waar ‘live’ muziek is. Of kijk gewoon eens in de rondte. De stad en haar bewoners vind ik al een kunstwerk op zich.

De grote pakhuizen en fabriekspanden waarin ooit allerlei soorten vlees werden verhandeld, zijn inmiddels omgebouwd tot dure modewinkels van vooraanstaande designers, coole nachtclubs, barretjes en franse bistro’s met dure wijnen op de kaart. En over kunst gesproken, hier begint ook de beroemde High Line, een tot stadspark omgetoverd spoorwegviaduct. De tuinen en plantsoenen hier zijn ontworpen door de Nederlandse landschapsontwerper, Piet Oudolf. Verheven boven het drukke verkeer van de stad waan je je tijdens een wandeling op de High Line even in een andere wereld. Prachtig!

Grenzend aan de Meatpacking District vind je het Gallery District van Chelsea en Chelsea Market, een walhalla voor eetfanaten. Na een flinke wandeling hebben we ons tegoed gedaan aan een aantal lekkernijen in the Lobster Place. Ik kan eigenlijk met geen pen beschrijven wat je daar allemaal kunt krijgen en hoe het daar aan toe gaat. Oké, een woord dan: ver(s)makelijk!

In strak ontworpen galerieën zagen we de ‘hip and happening people’ zich vergapen aan halve hoofden van brons of aan kleurrijk ‘geklodder’ op doeken zo groot als muren. Of aan een kleine video-installatie waarbij de kunstenaar – Mishka Henner-  tientallen youtubefilmpjes als één opname heeft gemonteerd. Je ziet en hoort daarop een  grote variëteit aan mensen  ‘I’m not the only one’ van Sam Smith zingen. Klik op de naam van de kunstenaar voor het filmpje. Ik vond het briljant en leuk. En met ‘ons’ bedoel ik mijn supervrouw en ik. Zij is sinds afgelopen maandag gezellig een weekje over en vandaag hadden we een privé stadswandeling met onze Big Apple Greeter Elizabeth Wachenheim. Over haar en deze enorm leuke non-profit organisatie volgt later meer op deze blog.

En over strak gesproken, sommige gezichten van de – voornamelijk vrouwelijke- bezoekers stonden zo stijf van de botox en de chirurgische ingrepen, dat ze als kunstobject niet zouden misstaan in een of andere expositieruimte. Bemiddelde en quasi-intellectuele vijftigplussers, type ‘Sex and the City’, die niet op één of tweehonderd dollar hoeven te kijken. Elizabeth vertelde dat sommige kunstwerken soms wel 500.000 dollar moeten opleveren (met 50% aan commissie voor de galeriehouder). Gelden die bedragen dan ook voor straatkunst, vraag ik me af? Zoals bijvoorbeeld de mooie graffiti die je zowel in Brooklyn als Manhattan kunt zien. Voor de een is het vandalisme, voor de ander kunst. Een vorm van expressie die een belangrijke rol speelt in de hip-hopcultuur en de punk-en new-wavescene van weleer. Je zou het niet zeggen, maar het is hier illegaal om graffiti in de openbare ruimte aan te brengen, op straffe van hoge boetes. Maar wat een waanzinnige sketches, tags en prachtige kleuren. Echt Kunst, die gewoon op straat ligt. Echt mooi.

Klik hier voor de foto’s.